Beiaard Sint-Geertruikerk
De Sint-Geertruibeiaard, ook wel de muziekdoos van Sint-Geertrui genoemd, is een van de mooiste overgebleven Vanden Gheyn-beiaarden. Hij heeft een hele heldere en frisse klank.
Sinds de inhuldiging van het Sint-Geertruiklooster in 1206 hebben veel klokken in de toren van de Sint-Geertruikerk gehangen. Veel daarvan zijn ondertussen verdwenen. De toren in zijn huidige vorm werd gebouwd in 1454 door Jan van Ruysbroeck en wordt beschouwd als een van de zeven wonderen van Leuven: de toren zonder nagels.
In 1437 werden drie nieuwe grote klokken geleverd en werd een torenuurwerk geïnstalleerd. Een eeuw later leverde Medardus Waghevens een klok van 1800 pond. Mechelse gieter Bartholomeus Cauthals leverde er in 1642 nog 14 klokjes bij. In 1678 vervaardigde Reinier Van den Steen een nieuw torenuurwerk. Helaas en ondanks herstellingen, verkeerden beiaard en torenuurwerk in 1745 in heel slecht staat. Daarom kwam er in 1746 een nieuw torenuurwerk van Chrétien Lion en kregen Leuvenaars Andreas III Jozef Vanden Gheyn en zijn zoon Andreas IV Lodewijk in 1776 de opdracht om een nieuwe beiaard te gieten.
Het resultaat was er in 1779: een beiaard met 37 perfect in middentoon gestemde klokken. Het is een van de fraaiste overgebleven Vanden Gheyn-beiaarden. Omwille van zijn heldere, frisse geluid dat klinkt vanuit de open torenspits, werd deze beiaard in de volksmond ook wel de muziekdoos van Sint-Geertrui genoemd. De Sint-Geertruibeiaard heeft als enige beiaard in Leuven geen vaste bespelingen, maar wel een vaste beiaardier: Marc Van Eyck. Hij speelt tijdens bepaalde evenementen en uiteraard in de zomer tijdens de Leuven Bells, het internationaal beiaardfestival waarbij vier Leuvense beiaarden op verschillende momenten concerteren.