Beiaard Sint-Pieterskerk
Tijdens de Brand van Leuven op 25 augustus 1914 ging de stadsbeiaard van de Sint-Pieterskerk verloren. Het uurwerk en de klokken waren deels gesmolten, deels naar beneden gevallen. Pas in 1929 gaf het stadsbestuur aan Constant en François Sergeys de opdracht om een nieuwe beiaard te gieten. De vier luiklokken werden in september 1931 en de 38 andere klokken in 1933 tijdens Leuven Kermis ingehuldigd. De klokken hingen in de niet voltooide westertoren.
In 1943 sloeg het noodlot opnieuw toe: de basklok werd op bevel van de Duitse bezetters ter plaatse vernietigd en op 13/14 juli 1944 samen met de 47 andere klokken weggevoerd naar Hamburg. Op 26 oktober 1945 werden 38 van de 48 geroofde beiaardklokken feestelijk terug naar Leuven gebracht en in datzelfde jaar nog weer opgehangen in de beiaardtoren. In 1961 werd de beiaard opnieuw aangevuld tot 49 klokken.
In 1990 werd de beiaard gerestaureerd. Gebrek aan onderhoud en corrosie veroorzaakt door luchtvervuiling en waterschade, hadden de beiaard aangetast. Slechts 1 klok moest hergoten worden. De andere werden opnieuw gestemd. Dankzij Campanae Lovanienses werd ook het automatisch speelwerk onder handen genomen. Op 14 oktober 1990 werd de gerestaureerde Sint-Pietersbeiaard officieel ingehuldigd. Die beiaard is het grootste en meest homogene werk van de familie Sergeys en tegelijk een van de zeldzame realisaties uit het interbellum.
Ook vandaag is deze stadsbeiaard nog in gebruik. Stadsbeiaardier Eddy Mariën laat hem elke vrijdag klinken.
Programmatie van de automatische speeltrommel
Elk kwartier speelt de stadsbeiaard automatisch een korte melodie. Die kwartiermelodietjes zijn geprogrammeerd op de beiaardautomaat. Het ‘versteken’ of programmeren van zo’n beiaardtrommel is een ambachtelijk werk en een belangrijk onderdeel van de beiaardcultuur en is één van de oudste vormen van digitale programmering. Hoe gaat dat in zijn werk? Bekijk de mini-docu.