“Mama, waarom staat Jezus daar?”
“Omdat het Leuven is, schat.”
In een zonovergoten weekend had ik een print gemaakt van hoofdstuk 2 en 3 van de Leuvense landschapstekening, vanaf pagina 75, om die op terras te lezen en na te denken.
“Waar staan we in Leuven” staat er, met een fluo groene Jezus als bladspiegel.
Voor de tieners bij mij thuis is het een beeld dat hen frappeert
Wat wordt hiermee verteld?
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden.
De eenvoud en vanzelfsprekendheid waarmee een fluo groene Jezus kijkt naar ‘Waar we staan’ roept bij mij een milde glimlach op. Als erfgoedwerker. Als antropoloog.
Ik zie alles in context. Het gewicht van geheugen. De bagage van een plek.
Het is één van de levenslijnen van Leuven. Zeg ik nog.
En ik denk na, over wat ik heb gelezen. In de tekst. En daar doorheen.
“Waar staan we in Leuven”?
Na een eerste lezing van deze tijdstekening was ik vooral even aan het overpeinzen
‘dat we toch al zo ver zijn kunnen komen’.
Eén van de aspiraties die terloops aan bod komt, is Leuven als culturele hoofdstad van Europa in 2030. Het werpt mijzelf terug naar begin 2000. Ik was net twintig en startend in het programmateam van Brugge 2002 Culturele Hoofdstad van Europa toen. Van ‘Erfgoed’ was nog nauwelijks sprake… De term kwam Vlaanderen pas binnenwaaien. Er was nog niet iets als een ‘cultureel-erfgoedsector’. En dus ook geen ‘soorten erfgoed’ – onroerend, roerend, immaterieel. Er was de open monumenten dag, musea en archieven, en daar hield de horizon zo ongeveer op. Laat staan dat we die al konden overstijgen en breed, inclusief en over maatschappelijke sectoren heen te gaan samenwerken rond erfgoed in en met bv. onderwijs of zorg en welzijn …
Hoe vele stappen zijn er genomen in die twintig jaar! Naar een erfgoedveld dat vandaag in Leuven gezamenlijk een toekomstplan uittekent en gretig bruggen bouwt naar elkaar, tussen alle vormen van erfgoed, en naar de brede samenleving.
Deze landschapstekening, en hoe die samen uitgedacht, overlegd en geschreven is, met een heel afgestemd cultureel-erfgoednetwerk en met een blik op al die Leuvense levenslijnen, rond religie, rond zorg, rond onderwijs, …. is op zichzelf al een landmark!
En wat een weelde … bedacht ik me verder ook bij het lezen. De verhalen van deze stad, zijn mensen en zijn erfgoed vormen een neerslag en afspiegeling van hoe onze samenleving ontwikkelde in onze contreien doorheen de tijden. De Leuvense tekening oriënteert en duidt van waar onze burgersamenleving en welvaartsmaatschappij van vandaag zijn gekomen, en hoe ze evolueerde tot waar we vandaag zijn …
Het biedt daarin ook een geweldig stadsplan om je te oriënteren in het netwerk en weefsel van organisaties die deze stad gevormd en gemaakt hebben tot wat ze vandaag is. En hoe dit institutionele erfgoed vanuit Leuven uitstrekt en vertakt naar de ruimere landkaart van Vlaanderen, België en internationaal. Van het erfgoed van kloosters en abdijen, via de landbouw en de boerenbond, over de zorg, tot de universiteit (met wel 70 vermeldingen)…
De fluo groene Jezus blikt op pagina 75 vanuit de 21ste eeuw dus naar een landschap waar het Leuvense middenveld dat historisch zo sterk groeide, ook vandaag heel sterk blijft doorwerken.
De kracht die uitgaat van zoveel verzameld institutioneel kapitaal kan niet onderschat worden, tot op vandaag. Ons Vlaamse middenveld is en blijft een sterkhouder – en dat spreekt eens te meer uit deze Leuvense landschapstekening.
Maar er zijn uiteraard ook de valkuilen en zoektochten waar dit dense weefsel in onze snel veranderende en uit-deinende samenleving tegenaan botst.
Samen met mijn kinderen weet het merendeel hier vandaag op straat, de wakende blik van de fluogroene Jezus misschien niet meer zo goed te situeren.
Toch is de erfenis overal aanwezig en blijft ze doorwerken, als erfgoed, en in het ideale scenario kan dat als grondstof of zuurstof voor een gedeelde toekomst.
Het is net hier dat de landschapstekening haar 3 grote ambities uitzet: In het Leuven van vandaag dat meer dan 170 nationaliteiten telt onder de bewoners en een samenleving die raast van veranderingen en verschillende stemmen, willen jullie
- mensen verbinden
- erfgoedwerking in Leuven van, voor en door iedereen realiseren
- en zo mee de transitie naar een meer duurzame toekomst maken
Ik heb zelf de voorbije jaren in allerlei trajecten meegemaakt hoe de thema’s uit de voorbije landschapstekening zijn gegroeid en op de kaart gezet: in trajecten van PARCUM, van CAG, van KADOC, de erfgoedcel, de vrijwilligers in het stadsarchief, de vredesbeiaard, of de evoluties bij het UNESCO erkende immaterieel erfgoed van het Jaartallenleven, of in het groot Begijnhof, , …
Ze zetten Leuven stuk voor stuk in zijn kracht, bouwend op de troeven waar de spelers en de stad vanouds in floreerden.
Voor ons staat dus een erfgoedstad die bloeit, en die met de vorige landschapstekening aan stevige fundamenten heeft gebouwd. Die bloeiende erfgoedstad stelt zich nu ook kwetsbaar op in wat ze de komende jaren wil gaan doen:
de (erfgoed)grenzen verleggen, samen met partners uit heel uiteenlopende
omgevingen. Experimenteren, durven…
Inderdaad, als dit landschap zuurstof wil geven voor een gedeelde toekomst, zoals de titel betoogt, hangt heel veel samen met hoezeer het doorheen de tijden robuuste en buigzame institutionele netwerk zichzelf zal kunnen vervellen en transformeren, in effectief mede-eigenaarschap delen, inclusief werken, hybridiseren met zoveel nieuwe vormen van diversiteit en samenleven.
In het veranderingsproces richting meer inclusiviteit wil het Leuvens cultureel-erfgoedveld labowerkingen en proeftrajecten opzetten. Deze formules van pagina 102-104 zijn een mooi vertrekpunt, maar zullen lang niet genoeg zijn om de grotere ambitie voor 2035 vorm te geven. Maar ze kunnen wel een richtsnoer zijn om koers te zetten.
Ik weet niet hoezeer de verschillende betrokkenen -in de vragen rond bv. dekoloniseren en diversiteit – al méé stem of eigenaarschap hadden in het voorbereiden van deze toekomstplannen. (En terwijl de tekstredactie al sterk de beoogde inclusie belichaamt, brengen de foto’s soms vooral de lange weg in beeld die ook nog te banen valt.)
Maar nog belangrijker zal worden hoeveel ruimte er kan geschapen worden komende jaren binnen en tussen de Leuvense erfgoednetwerken.
Voor het versterken van het landschap dat er al was, het empoweren van andere en nieuwe mensen in erfgoedtrajecten in Leuven, en zo al doende te bouwen aan andere en nieuwe én gedeelde verhalen en toekomstig erfgoed van middenveld en samenleven.
In elk geval: wat een mooie horizon!
Ik werk er heel graag ook weer de komende jaren aan méé. En ben al benieuwd met welke vrienden een fluo groene Jezus zich in de toekomst van Leuven weet te omringen.