De Leuvense erfgoedplannen: zuurstof voor de toekomst
Wie zich zoals ik nu in deze prachtige, al dan niet historische ruimte waagt aan een speech moet er natuurlijk voor zorgen dat die toespraak niet de lengte benadert, of overtreft, van een modale gemeenteraadszitting. Anders stond er op de uitnodiging: pyjama meebrengen. Het is inderdaad een prima gelegenheid om enkele gedachten weer te geven bij de presentatie van ons gloednieuw stedelijk vijfjarenplan inzake erfgoed.
De lijvige brochure is prachtig vormgegeven en is uiterst informatief. Niet uit de drukken in tweets & posts. Ik heb mij tijdens dit leesavontuur geen seconde verveeld.Nu we schijnbaar in het eeuwige nu leven is de belangstelling voor het verleden groter dan ooit. Ik zet even enkele televisieprogramma’s op een rijtje. Naast het hilarische “De jaren 80 voor tieners” is er de balorige humor van “Cunk On Earth” en “Cunk On Brittain”. Denken we even aan de heisa die ontstond rond “Het Verhaal van Vlaanderen” en rond “De Vlaamse Canon”.
Toen ten tijde van burgemeester Tobback de werken aan het Pieter de Somerplein tijdelijk stop gezet werden, omdat er belangwekkende archeologische vondsten werden gedaan, beklaagde de brave burgervader zich erover “dat er altijd wel een reden zou gevonden worden om werken stil te leggen, want ze hebben weer de sacoche van de bomma gevonden”.
In tijden van cancelcultuur, woke en dekolonisatie is het nodig de puntjes op de i te zetten. Het is geen Kulturkampf, het is geen strijd om de waarheid, de waarheid is altijd de verliezer, de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. Elk verhaal heeft vele kanten. Feiten voeden de meningen, zegt Hannah Arendt.
Wat is dat dan Leuvens erfgoed? Erfgoed is een vorm van poëzie. Visuele poëzie, auditieve poëzie, ritmische typografie. Wijzen op de rijkdom van het verleden. Het onzichtbare zichtbaar maken. De verhalen van stenen, dieren en planten.
Leuven, dat is het gebied tussen de Zoete Waters en de Kesselberg. Onze geschiedenis die loopt van de eerste paalwoningen langs de Dijle, tot de torens van de stadsomwalling, tot de scheve toren van IMEC. Het erfgoed dat zijn de bibliotheken en de archieven. Dat zijn de kerken, en de zerken, en de kappelekes, de Begijnen en de Bogaarden, en de Manne van ’t Joar, en de Sex Pistols en Pink Floyd en nog zoveel andere wereldberoemde bands die allemaal ooit bijna hebben opgetreden in Leuven. Leuvens erfgoed dat is de Utopie van Thomas Moore, en in zijn kielzog die van politieke brouwers en bruggenbouwers. Een archeologie van de utopie. Erfgoed dat zijn de Leuvense straathistories en het werk dat de stadsgidsen realiseren. En zet er voor mijn part ook maar een openbare telefooncel en een ouderwetse parkeermeter bij.
Het maakt het verleden voelbaar, zichtbaar, hoorbaar. Erfgoed dat is hoe we met onze geschiedenis omgaan. De geschiedenis van onze stad, van ons eigen leven.
In onze stad doet men veel om het verleden een stem te geven. Gebouwen, de mensen. Denk maar aan de talrijke archieven en bibliotheken. Denk aan historisch belangrijk werk zoals dat van Jacques Brepoels, of de Salsa-cahiers. Salsa staat voor Samen Actief voor het Leuvense Stadsarchief. Een naam waar muziek in zit. Hun publicaties hebben zowel betrekking op Poeske Scherens als op cinema als op het verdwenen struifspel.
Geschiedenis is altijd in de actualiteit. Het is geen geschiedenis, het zijn geschiedenissen, grote en kleine verhalen. Erfgoed dat is een gps voor ons geheugen, een app-je tegen vergetelheid, een circulatieplan voor de eeuwigheid. Erfgoed is een verhaal van ontdekken en herontdekken. Reizen door de tijd, door de gemeentes, door de huizen, door de mensen. Leuvens erfgoed dat zijn de fabrieken aan de Dijle, de eerste cinema’s. Leuven is Cinema ZED, met de Zed van Zorro. Of “A Zed and Two Noughts”. Want ook dat is erfgoed. Alle films die hier ooit vertoond werden, van “Bambi” tot “Emmanuelle”, die hier gedraaid werden, alle filmzalen die hier hebben bestaan. Alle feestzalen. Alle festivals. Leuven dat is een kluwen van verhalen, van alle vreemde vogels die hier hebben rondgelopen.
Erfgoed dat zijn de indianenverhalen, de urban legends en de verhalen van achter d’oegelen. Erfgoed dat zijn de verhalen die de stad uitademt langs elke porie. Van de Leuvense scene tot de Leuvense stoof. Van Big Bill tot de Big Bang van George Lemaître. Leuven dat is ook de oerknal die hier ooit mijn eigen leven inluidde. Ieder mens die sterft is een museum dat brandt.
En tot slot: als ik de nota van de cultureel erfgoedsector goed heb verstaan, dan zal de wereld in 2035 nog altijd bestaan… En toch… We leven in gevaarlijke tijden, waarin we goed geïnformeerd lijken, maar waarin een nieuw soort analfabetisme toeneemt. Mensen kennen hun geschiedenis niet. Pasolini vatte het zo samen: “Ook al weiger je deel te nemen aan de geschiedenis, de geschiedenis neemt deel aan jouw leven.” Een andere quote luidt als volgt: Those who cannot remember the past are condemned to repeat it. Toch weiger ik mij over te leveren aan pessimisme. Er is geen grotere radicaliteit denkbaar dan optimisme.
Erfgoed gaat om veel meer. Erfgoed is een goed tegengif voor de platitudes van deze tijd. Waarin diepgang wordt gemeden als de pest, en waarin eruditie je haast kwalijk wordt genomen. Politiek beperkt zich tot tweets. En semantische spelletjes. Politici zijn naast andere influencers sterren op Tik Tof. Ranzige oneliners. In plaats van een goed uitgewerkt programma te formuleren geven politieke partijen gigantische budgetten uit voor goedkope en makkelijke propaganda op de zogenaamde sociale media. Een goed erfgoedbeleid kan een stevige pijler zijn voor onze democratie.