Vrijwilliger Nan over de wielerexpo

Nan van Zutphen (70 jaar, Heverlee) is wielerfanaat, getraind fietser, historicus en Leuvenaar. Al die passies combineerde hij in zijn vrijwilligerswerk voor de expo Allez, Allez! Koers in Leuven: een openluchttentoonstelling die naar aanleiding van het WK Wielrennen in Leuven de wielergeschiedenis van de stad belicht.

8 juli 2021

Nan: Ik ben afkomstig uit Nederlands Limburg. Daar begon ook mijn liefde voor het wielrennen. Eerst woonde ik in Valkenburg, waar het WK Wielrennen al 5 keer doorging. Als 9-jarige reed ik al met een fiets zonder versnellingen de legendarische Cauberg op. Later verhuisde ik naar Beek, waar dan weer het Nederlands kampioenschap plaatsvond. Zo zag ik regelmatig wielrennen.

Mijn wielerliefde is al heel oud.

In 1967 ging ik bijvoorbeeld met mijn jongere broer naar het WK in Heerlen (in de buurt van Valkenburg). Na de uiterst nipte overwinning van de opkomende Eddy Merckx op Jan Janssen, fietsen we heel teleurgesteld naar huis. Wij waren immers hevige supporters van Janssens! Rond 1970 ben ik als student naar Leuven gekomen en ik ben er nooit meer weggegaan. Ook toen fietste ik al veel. Zo reed ik regelmatig op een gewone fiets terug naar Nederland.

Hoe evolueerde je van koersliefhebber naar wielerhistoricus?
Nan: Toen ik als geschiedenisstudent een licentiaatsverhandeling moest maken, wilde ik schrijven over de opkomst van het fietsen in Leuven en de hele sociale geschiedenis daarrond. Toen was dat nog een heel ongebruikelijk onderwerp. Ik heb er heel veel tijd in gestopt en uiteindelijk is er ook een publicatie uit voortgevloeid. Mijn werk ging niet enkel over wielrennen of de fiets, maar bijvoorbeeld ook evoluties die daaruit volgden: een lange broek voor vrouwen, je zelfstandig kunnen verplaatsen tot buiten de stadsgrenzen, het gevoel van snelheid ervaren, …

© Jan Crab

Mijn beroepscarrière ging een andere kant uit. Gelukkig heb ik nog andere interesses dan fietsen en wielrennen (lachend)! Al pendelde ik wel 20 jaar lang met de fiets van Leuven naar Brussel. Zo had ik ook al de helft van mijn wekelijkse training achter de rug, want tussen mijn 45ste en 65ste deed ik zelf aan wedstrijdwielrennen bij de masters. Ik had een koersfiets en ben competitief ingesteld. Mijn pensioen in 2015 was ook mijn pensioen als wielrenner. Ik geef wel nog steeds spinning lessen in de Sportoase en volg de koers nog veel, vooral op tv.

Hoe werd je vrijwilliger voor de expo Allez, Alles! Koers in Leuven?
Nan: Mijn interesse voor wielergeschiedenis was sinds 1980 naar het tweede plan verschoven. Nu hoorde ik dat het WK Wielrennen naar Leuven kwam en over allerlei initiatieven daarrond. Ik heb veel kennis van de vroege wielergeschiedenis in Leuven. Zo kwam ik in contact met de Erfgoedcel en engageerde ik me uiteindelijk om mee te werken aan de expo. Daarnaast schreef ik ook nog 3 hoofdstukken voor het nieuwe SALSA!-cahier, een publicatie van SALSA! (de vriendenkring van Stadsarchief Leuven).

Fietsen en wielrennen zijn de rode draden door mijn leven. Hier kwamen heel wat van mijn passies samen. En nu heb ik ook tijd.

We werkten met een heel groepje vrijwilligers aan de expo. Zo ook Dries Vanysacker, Hugo Dehaes en Bart Vanreusel. Het was een leuke groep met elk onze eigen invalshoek. Door corona was dat wel niet altijd makkelijk en konden we bijvoorbeeld amper fysiek bij elkaar komen.

Wat deed jij zoal voor de expo?
Nan: Ik deelde mijn kennis en expertise. Ik deed ook nog bijkomend onderzoek en dacht mee over interessant beeldmateriaal. Voor 1914 zijn er veel tekstuele bronnen, maar weinig afbeeldingen. Een foto nemen van een wielerwedstrijd in actie was toen nog veel te moeilijk. Van een van de eerste wielerwedstrijden in Leuven in september in 1886 bestaat wel een mooie tekening van Carl Meunier, zoon van de bekende Constantin Meunier. Die wedstrijd vond plaats in het stadspark, vandaar dat ik dat als locatie koos voor de foto bij dit interview.

Door dit project ben ik zelf ook nog heel wat nieuwe dingen te weten gekomen en ontdekte ik ook nog nieuw beeldmateriaal. Zo stelden de families van de wielrenners Ward Van Dijck en Georges Claes bijvoorbeeld enkele familiealbums ter beschikking.

© Jan Crab

Wat is jouw droom voor het WK in Leuven?
Nan: Leuven speelde tussen 1880 en 1900 een vooraanstaande rol in de Belgische fiets- en wielergeschiedenis en werd wel eens ‘la ville sainte du cyclisme’ of ‘la capitale du cyclisme’ genoemd. Over een spectaculair wereldkampioenschap wordt jaren later nog gesproken dus ik hoop dat Leuven zich nu met het WK opnieuw in the picture kan zetten, zoals op het einde van de 19de eeuw. Ik hoop vurig dat er geen coronamaatregelen meer zijn.

Het parcours van het WK heb ik al helemaal af gefietst, vanaf de start in Antwerpen. De aankomst ligt maar 500 meter van waar ik woon!

En wat is jouw pronostiek?
Nan: Het is een zwaar parcours met veel, maar korte inspanningen. Mathieu van der Poel, net als ik half Belg-half Nederlander, is mijn favoriet, maar Jasper Stuyven mag natuurlijk ook winnen. En met Wout van Aert erbij, is het podium volledig!

Heb je nog een speciale wens?
Nan:
Ik hoop dat de Stad Leuven naar aanleiding van het WK eer zal bewijzen aan fietspionier Joseph Delin. Hij was tussen 1879 en 1901 de eerste fietser, eerste wielrenner, eerste wielerclubvoorzitter, eerste wielerjournalist en eerste fietsenfabrikant van Leuven.

Iets fout of onduidelijk op deze pagina? Meld het ons.