Bob over Straathistories Matadi

Bob Pleysier (73 jaar), komt uit Essen, maar woont al bijna vijftig jaar samen met zijn vrouw Frie in Leuven. Eerst woonden ze midden in de stad, in de Wandelingstraat, maar nu al veertig jaar in de gezellige Matadiwijk. Bob is een van de initiatiefnemers van de nieuwe Straathistories over de Matadi.

16 juni 2022

Matadi heeft een licht dorpsgevoel. Dat is één van de charmes van de wijk. Het is vlakbij de stad, maar kinderen kunnen er op straat spelen. Ook mijn kinderen, Hazel en Dimme, deden dat en ondertussen komen mijn drie kleinkinderen hier ook graag.

Hoe kwam je op het idee om een Straathistories over Matadi te maken?

Toen ik Kris Van Bouchout, een van de trekkers van de Straathistories over de Mussenbuurt, vroeg mij een boekje te bezorgen, stond hij ’s anderendaags al aan mijn deur met een exemplaar. Dat enthousiasme maakte het aanstelijk. Het was Frie die nadien het idee opperde om een Straathistories over Matadi te maken. Dat was de start! Ik ben dan rondgegaan in de wijk om te vragen wie wilde meewerken en de vijf eersten die ik aansprak deden allemaal mee.

© Geert Mertens

Wie werkte allemaal mee?

We waren een goed team: dat bestond uit Dirk De Schutter, Jan Schreurs, Jan Uytterhoeven, Tom Van Puyenbroeck en ikzelf. Iedereen had zo zijn eigen invalshoek. Speciaal voor dit Matadiboekje fotografeerde buurtbewoner Joris Goethals trouwens alle 172 huizen uit de buurt. Jammer genoeg hebben we ondertussen afscheid moeten nemen van Joris: we vinden het heel spijtig dat hij de boekpresentatie niet meer heeft gehaald.

“Elk huis heeft een verhaal”

Met onze publicatie wilden we de geschiedenis, de architectuur van de tuinwijk, al de verbouwingen en de evoluties daarin belichten. Toch wilden we ook de vele verhalen van de bewoners aan bod laten komen. Wat daarbij vooral opviel is dat élk huis en élke buur een interessant verhaal heeft - ook als je het niet persé verwacht. Niet al deze verhalen hebben het boekje gehaald. We hadden er te veel, en sommige bewoners hielden het uiteindelijk ook liever privé. En hoewel hier in Matadi verschillende generaties door elkaar wonen, hebben we vooral de verhalen van de oudere generatie verzameld, net om ze te delen met de jongere generatie. Het prettigst vond ik het zelf als mensen enthousiast werden en actief mee op zoek gingen naar foto’s en verhalen.

Pleisterplaats

Onze wijk heeft toch ook nog iets individueels. Er is geen winkel of café waar we elkaar tegenkomen. Dat zou ik wel nog een fijne toevoeging aan de buurt vinden! Dankzij het wijkcomité dat al sinds 1997 allerlei activiteiten organiseert, is er toch een pleisterplaats in de buurt ontstaan: het pleintje met het kapelletje aan de Zegelaan. We komen er af en toe samen met buren om een borrel te drinken en noemen de plek dan ook toepasselijk Place de l’Apéro. Sinds 2002 houdt het Matadicomité er ook een nieuwjaarsreceptie: het Druppelkot. Voor de jongeren is het Lemmekesveld een belangrijke ontmoetingsplek, hier is ook de scoutswerking. Aan de bovenkant is er natuurlijk ook het Van Ostaijenpark en in de Leo Dartlaan is er de schoolpoort, ook een informele babbelplek.

En de toekomst?

Iedereen blijft graag wonen in Matadi, maar na honderd jaar is de wijk wel geëvolueerd van een wijk met een gezonde sociale mix naar een wijk van de begoede middenklasse. De huizen in onze buurt zijn duur en dus trekken we enkel nog rijke bewoners aan. Soms vraag ik me af of er misschien een strengere regelgeving moet komen rond het verbouwen – vooral het vergroten – van de kleine, lichte huizen. Wij blijven er wonen, al wil Frie -een echte ‘Leuvenes’ van de binnenstad-, ook heel graag terug naar het centrum.

© Geert Mertens

Matadiliedjes

Het boekje werd ook de aanleiding voor de formatie van een Matadiband, een initiatief van Lennaert Maes. De band bestaat momenteel uit tien leden, maar in onze buurt hadden we gerust 40 geïnteresseerde muzikanten kunnen vinden. We hebben zelfs twee eigen Matadiliedjes, één is gebaseerd ‘Must Be Santa’ een traditional (bekend in de Bob-Dylan-versie), het ander lied werd gemaakt door Lennaert. Speciaal voor de gelegenheid van de lancering van onze Straathistories speelde beiaardier Luc Rombouts onze Matadinummers op de Vredesbeiaard in Abdij van Park. Het kleinste klokje van de Vredesbeiaard is trouwens genoemd naar de betreurde Marij Aerts, die in Matadi woonde en in de Leuvense gemeenteraad zetelde, maar nu op het kerkhof van de abdij rust, zoals ook nog andere wijkbewoners. We hebben dus als buurt wel een band met de abdij en de beiaard daar.

Matadiboekje

Het was een intensief traject, en soms zou je opnieuw al iets willen aanpassen en toevoegen, maar nu hoop ik vooral dat veel Leuvenaars en mensen uit onze buurt dit boekje met plezier zullen lezen.